Op zijn Anneveens: Tuinwijk, dat dan weer wel
Tot we de platenwinkel hadden aan het Willem van Noortplein kende ik Tuinwijk eigenlijk niet. Ja, van het erdoorheen rijden als we “de stad uit” gingen.


Gingen, ja. Met de auto. Fiat 850. Geen stuurbekrachtiging, wel karakter. Wij woonden in de Waalstraat, Rivierenwijk. En “naar de stad” betekende: in de auto stappen, alsof we vanuit een buitenwijk van Parijs kwamen aanrollen. Andere tijd. Ik ben nou eenmaal van die generatie.Tuinwijk was voor ons de sluiproute richting De Bilt. Langs huizen met gevels waar je stil van werd, tuintjes waar menigeen vandaag de dag Pinterest-gewijs van zou gaan watertanden. Tegenwoordig is die route afgesloten. De romantiek van de snelweg dwars door de stad is omgeruild voor ‘autoluw’, ‘shared space’ en ‘verkeerscirculatieplan’. Wat best klinkt als een ziekte.
Nu scheuren we op slechte dagen via de Draaiweg en David van Mollemstraat — wie dat ooit een ‘oplossing’ heeft genoemd, had vermoedelijk een speedpedelec en een wethoudersfunctie. De gemeente doet er wel wat aan, maar ja… eerst het kalf, dan de put. En als het even kan: nóg een participatieavond.
Tuinwijk dus. Of zoals de gemeente het liefdevol labelt: VoTuLaSt. Klinkt als een nieuwe soa, maar is gewoon een hersenspinsel op het stadhuis. Want Staatsliedenbuurt, Vogelenbuurt en Tuinwijk samenvoegen in één acroniem is wat je krijgt als ambtenaren teveel post-its en te weinig koffiepauzes hebben.
Voor mij blijft het gewoon Tuinwijk. En dan bedoel ik dus VoTuLaSt. Verwarrend? Zeker. Maar dat past eigenlijk prima bij de wijk.
Een wijk waar horeca bloeit zonder dat het ‘hip’ probeert te zijn. Waar je winkels vindt die dingen verkopen waarvan je niet wist dat je ze nodig had, tot je erlangs liep. En dat Willem van Noortplein, dat voelt voor mij altijd een beetje als Parijs. Iets met ijzeren hekjes, haastige mensen, een bakker die naar anijs ruikt en de blik in de ogen van iedereen: "ff de dingen doen die ik wil doen". En toch tijd voor elkaar.
Tuinwijk is een wijk waar jonge ouders met kinderwagens manoeuvreren tussen fietsende pubers en dagdromende hondenbezitters. Waar ouderen op een bankje zitten alsof ze er al honderd jaar zitten, en misschien is dat ook wel zo.
Utrecht op zijn best dus.
En als je het mij vraagt: Tuinwijk. Dat dan weer wel.
Ondertussen zi ik dit bericht in het AD https://www.ad.nl/utrecht/slapend-poesje-herdenkt-overleden-fietsster-24-op-draaiweg-ondertussen-groeit-frustratie-bij-bewoners~af8a6ca3/
Commentaar overbodig.